Afgelopen week moest ik naar ziekenhuis de Tjongerschans voor een onderzoekje. Ik had ergens nog een ponskaartje liggen en met dat kaartje in de aanslag toog ik richting de eerste de beste balie die ik zag toen ik binnenkwam.
“Heeft u al een patiëntenkaart?” vraagt de mevrouw achter de balie. Ik toon enthousiast mijn ponskaartje. “Nee meneer die gebruiken we niet meer,” zegt de dame.
“Doet u me dan maar een nieuwe.“ Maar dat blijkt daar niet te kunnen bij die balie. De aardige mevrouw vertelt me dat ik naar de inschrijfbalie moet die een eind verderop in de hal is. Vol goede moed loop ik er naar toe. In de verte ontwaar ik twee dames in een soort van uniform. Het is er niet druk, sterker nog, er is geen kip te bekennen. “Aha, dat komt mooi uit. Die dames vervelen zich vast en zullen blij zijn dat ze iemand kunnen helpen.” Bij de balie aangekomen meld ik me met de woorden: ”Hallo, hier ben ik om me in te schrijven.” De oudste van de twee kijkt me vernietigend aan en zegt: “U heeft niet op de knop gedrukt, daardoor heeft u geen nummer en kunnen we u niet helpen.” Ik kijk haar aan of ze me niet voor de gek houdt. Nog steeds kijkt ze me bloedserieus aan. “Waar is de verborgen camera?” vraag ik haar lacherig. “Nee meneer, u moet op die knop daar drukken,” is haar antwoord. Ik kijk om en zie een metertje of zes, zeven terug een soort plateau. Ik loop terug en met een theatraal armgebaar druk ik de daar aanwezige knop in. Op dat moment trekt de mevrouw een microfoon tevoorschijn en roept het nummer om. Ze kijkt hierbij nog steeds bloedserieus. Hierop krijg ik een onbedaarlijke lachstuip en ik moet me echt zelf in de hand houden om niet over de grond te rollen van het lachen. Twee zeer gekwetste dames kijken met een strak gezicht in mijn richting. Ik vraag nogmaals of ze wel zeker weten dat er geen camera ergens verstopt is. Het lijkt wel een slapstick waar ik in terecht gekomen ben; fantastisch om dit mee te mogen maken. Terug aan de balie vragen ze om mijn identiteitsbewijs. Ik vraag of een rijbewijs ook mag. Dat mag en dan gebeurt het……
Vraagt die strenge mevrouw me of ik even in de camera wil kijken.” Zie je wel” roep ik uit,” candid camera!” De blik die me dan wordt toegeworpen laat me bijna bevriezen. “Nee” snauwt ze bijna, “we moeten een foto van je hebben.” Ik kijk om me heen en vraag waar de fotograaf dan is. Dit was bijna teveel van het goede voor haar en met een heftig gebaar wijst ze naar een soort bol op een flexibel stuk draad. Ik kijk even heel goed en zie dat er een camera in verscholen gaat. Het is een soort webcam. “Zeker weten dat u dit niet allemaal toch stiekem opgenomen hebt?” vraag ik haar nog steeds erg lacherig. “Meneer kijkt u nu maar in de camera,” bitst ze me toe.
Braaf deed ik toen maar wat me gevraagd werd. En ik realiseerde me dat humor en frustratie dicht bij elkaar kunnen liggen. Ik maakte onbewust de keuze om er vanuit humor naar te kijken en heb een geweldige middag gehad. De dames die zo stringent hun regels volgden kijken hier ongetwijfeld anders tegen aan. Of dit ziekenhuis op deze manier hun klantgerichtheid wil tonen door mij een dosis zeer gezonde humor te bezorgen en zo mijn gezondheid een boost te geven waag ik te betwijfelen. Maar lachen was het zeker.